De bontdiscussie


De bontdiscussie Clowntje Communicatie Dierenbevrijding Drie bij een Drieën Een moeder huilt Gelijkenis Instinct Kattenliefde Kerstmis 2001 Kuschie Met welk recht? Ruimtevaart Zeehonden

 

De bontdiscussie: een bonte mengeling van meningen
(Eerder gepubliceerd in Mijn Opinie nr. 1, december 1986)

"De bonthandel gaat verwijten niet uit de weg, maar vraagt ook gehoor voor zijn kant van de zaak". Hiermee besluit het Nederlands Bont Instituut te Amsterdam de brochure "bont... al te bont?" In deze uitgave probeert de bonthandel zijn producten te verdedigen, en zijn grieven over dierenbeschermers te uiten. Een opinie onder de loep genomen.

De bonthandel wordt reeds jarenlang fel in de nek gesprongen. Over de aanvaardbaarheid van de acties van diverse groeperingen lopen de meningen sterk uiteen. Uit de brochure van het Bont Instituut spreekt duidelijk de mening die de bonthandel is toegedaan, dat dierenbeschermers nogal kortzichtig zouden zijn en zich zouden bedienen van tendentieuze voorlichting en excessen zouden aangrijpen om de hele bonthandel de nek om te draaien. De actievoerders zien de bontindustrie liever vandaag dan morgen verdwijnen. "Ongeacht de gevolgen voor een grote groep betrokkenen." Gedoeld wordt hier kennelijk op het werkloos worden van bontfokkers en handelaren. Dit risico zit er natuurlijk in, vooral indien de mensen die zich met de bontproductie bezighouden, nooit iets anders hebben geleerd dan het doden van dieren, of het verhandelen van de restanten van deze dieren.

De brochure wijst, m.i. terecht, op de inconsequentie van dierenvrienden die wel bont willen afschaffen, maar niet het vlees, wel vegetariër zijn, maar nog op leren schoenen lopen enz... Wat dit betreft constateer ik een neiging onder de actievoerders om steeds meer naar deze consequentie toe te leven. Sommigen zijn veganist, wat inhoudt dat zij totaal geen dierlijke producten gebruiken, dus ook geen zijde en honing. Veel anti-bont-activisten kiezen ook bewust voor dierproefvrije cosmetica. Veelal speelt ook hier de onbekendheid met het ontstaan van een product een grote rol. Door contacten met andere actievoerders wordt de kennis op een bepaald gebied vergroot, maar meteen wordt weer iets opgepikt van een ander probleem Kijk ik naar mezelf, dan blijkt dat ik reeds lang een tegenstander van bont was, terwijl ik niets over varkens- en kalverfokkerijen wist. Weer later maakte ik kennis met het fenomeen dierproeven. Het gevolg is dat ik nu op veel terreinen actief ben.

Dit is een consequentie waar ik naartoe ben gegroeid, en dit geldt voor vele activisten. Dit heeft een sneeuwbaleffect dat zich ook in het publiek doorzet. Hierdoor kan dit verwijt van de bonthandel al bijna naar de geschiedenisboekjes worden verwezen. Ook het aangevoerde "onzuiver element, dat bont tot voor een aantal jaren een onbereikbaar ideaal was, dat slechts aan enkelen was voorbehouden", heb ik nog nooit als een argument tegen bont gehoord. Wèl werd mij eens naar het hoofd gegooid: "Het is de kift dat jij er niet een kunt kopen". De spreekster zweeg verder stil toen ik haar vertelde, dat ik voor de waarde van mijn foto-apparatuur wel vijf bontjassen zou kunnen aanschaffen, maar dat ik daaraan geen behoefte had.

Onder de kop "herkenbaarheid" gaat de brochure nog eens in op het vlees-/leer-/bontprobleem. Men stelt dat we bij vleeswaren en leer meestal niet aan een dier denken, omdat we het eindproduct in de winkel niet als zodanig herkennen. Dit is maar zeer betrekkelijk. Als ik een advertentie zie voor lamsvlees of voor een varkensleren (pigskin) jas, is het toch het dier dat ik als eerste zie, terwijl ik er moeite mee heb om in de naam "nutria" een dier te herkennen. Eerder zou ik denken aan een frisse chocoladedrank, en het heeft lang geduurd voor ik door had dat het verhaal van mijn vader, dat zo'n jas van een geschoten gevaarlijke beer was gemaakt, een fabeltje bleek te zijn. Hier komen we op het punt van het gedragspatroon van de bevolking. "Vader zegt het, dus is het zo". Zo kan een misvatting zich generaties lang voortzetten.

Ook de bonthandel stelt - terecht - dat het feit "dat bont zo oud is als de mensheid zelf, voor nu als argument geen waarde heeft". Naar mijn mening heeft het dit nooit gehad. Ook de frase "Maar de soja heeft het vlees niet kunnen verdrijven, plastic is toch iets anders dan echt leer, en er zijn heel wat mensen die de voorkeur geven aan écht bont, omdat het nu eenmaal écht is", kan ik moeilijk als argument pro bont aanvaarden. Stelt u zich eens voor dat uw kinderen liever met échte baby's spelen in plaats van met plastic poppen. Zouden wij dan kinderfokkerijen moeten gaan goedkeuren? Of wat dacht u van een mooi negro-skin motorpak? Onzin toch?

Zeer geëmotioneerd stelde de toenmalige voorzitter van de Nederlandse Fokkers van Edelpelsdieren het zo in een openbare redevoering: Door bepaalde groeperingen worden wij, als fokkers, ervan beschuldigd op onze bedrijven dieren te mishandelen. Dit is echter op geen enkele manier met wetenschappelijk of proefondervindelijk bewijsmateriaal onderbouwd, en deze beschuldiging is voor de pelsdierenfokkers dan ook onaanvaardbaar". Zoals ook bij andere vormen van dierenkwelling wordt hier de wetenschap te hulp geroepen. Er is weinig voorstellingsvermogen voor nodig om te ontdekken dat een dier, dat zeven maanden door moet brengen in een kooitje van pakweg een meter bij zeventig centimeter, het hierin beslist niet naar zijn zin heeft. Desnoods kunt u zelf de proef op de som nemen. Sluit uzelf op in een kooi  van twee meter bij een meter met een bak onder de draadgazen bodem om te voorkomen dat u met uw blote voeten in uw eigen ontlasting trapt. Uw familie of vrienden kunnen u voorzien van het nodige voedsel, dat boven op de kooi wordt gekwakt om u enige beweging te gunnen. Geen schoenen aan dus, enige kleding ter compensatie van de pels kunt u aanhouden. Geen TV, boeken of andere pleziertjes. Houdt u dit zeven maanden vol, en zegt u mij dan of u het naar uw zin hebt gehad. Lichamelijk bent u vast niet mishandeld. Maar hoe staat het met uw geestelijk welzijn?

Uit wat in de bontbrochure een "loffelijk getuigschrift" schijnt te zijn: "Zolang er consumenten zijn, die om welke reden dan ook zich geheel of gedeeltelijk in bont willen hullen, zullen er producenten/leveranciers zijn, die aan dit verlangen tegemoet willen komen en zo mogelijk een bestaan willen opbouwen". Min of meer een herhaling van het eerder gestelde over soja en plastic.

Wilt u kinderkopjes als wandversiering, kleutervingertjes om in uw neus te peuteren, mensenbillen als kussen in uw fokkersleren fauteuil? Laat het mij weten, en ik zet in de kortste keren een bloeiende handel op om u het vel over de oren te halen.

Wat mij ook erg aanspreekt in deze uitgave is het verhaal over de boswachter, die na elke vakantieperiode - met de grootste weerzin - weer zoveel eekhoorntjes moet afmaken die hij had ontvangen van mensen, die deze hadden gevangen en er nu geen raad mee wisten. Is dit bedoeld als argument voor eekhoorntjesbont, of kan ik de pelsdierenfokkers vragen mij te steunen in een actie tegen de verkoop van eekhoorntjes bij Vroom en Dreesman?

Gezien de beschikbare ruimte in dit blad (Mijn Opinie), heb ik me enigszins moeten beperken en een willekeurige greep uit de brochure gedaan. Er zijn echter nog veel meer punten aangeroerd door het Bont Instituut, waarover ik mijn bedenkingen heb. De brochure bevat geen wezenlijke onwaarheden, maar heeft ook beperkingen. Voor het grootste deel wordt uitgegaan van situaties in de vrije natuur, terwijl de ergste bezwaren van dierenbeschermers zich richten op de fokkerij, enkel en alleen terwille van het bont. Verder wordt niet gepraat over de buitenlandse bonthandel waar wél huiden van bedreigde diersoorten worden aangeboden, maar wordt wèl gewag gemaakt van Duitse en Scandinavische film om de "oneerlijkheid" van Nederlandse dierenbeschermers aan de kaak te stellen. Hier worden door het Bont Instituut argumenten aangevoerd, die zij de dierenbeschermers juist verwijt. Tevens mis ik bijvoorbeeld een stukje over de mestproblematiek. Kortom: de brochure geeft veel informatie over de achtergronden van bont, maar is alles behalve volledig, en een écht argument pro bont heb ik eigenlijk niet gevonden.

Jan Kruizinga

 

Start Persoonlijk Hobby's Curriculum Vitae

U kunt een e-mailbericht met vragen of opmerkingen over deze website verzenden aan jan@jkruizinga.nl
Laatst bijgewerkt: 19 januari 2002